Het begint met een maïsdoolhof of kalfjes voeren, het eindigt met begrip tussen boer en burger. Dat is het doel van BoertBewust, dat in de IJsseldelta en het Vechtdal de burger naar de boerderij wil halen. Van Kampen tot Zwolle en van Genemuiden tot Ommen: „Mensen worden blij op de boerderij.”
„Mijn man liet eens de trekker aan een groepje kinderen zien. De opa van die kinderen stond achteraan en stak toch ook even zijn vinger op: ‘Deze grote jongen wil er ook nog wel even op’.”
Deze anekdote schiet Jenny van der Horst-Boer te binnen als ze praat over het eerste jaar van haar en haar man bij het initiatief BoertBewust, een organisatie die boeren, tuinders en de samenleving bij elkaar wil brengen. De burger komt te weten hoe het er op een boerderij aan toe gaat, boeren kunnen horen wat er bij de burger speelt.
Ontstaan
Binnen BoertBewust zijn er acht verschillende streken. In Oost-Nederland zijn dat de IJsselvallei, Salland, de Gelderse Vallei, het Vechtdal en de IJsseldelta. Die laatste beslaat de Kop van Overijssel, Kampen en Zwolle. Thea Paassen, streekcoördinator IJsseldelta, vertelt over het ontstaan.
„Het komt eigenlijk voort uit het project Uitdagend Boeren van de gebiedscoöperatie IJsseldelta. Die goed bevallen samenwerking wilden we voortzetten: toen kwam BoertBewust in beeld. Bij activiteiten als maïsdoolhoven of meewerken op de boerderij zien we dat mensen blij worden op de boerderij.”
Passie
Ook LTO Noord is betrokken, vertelt Karolien Hupkes, zelf boerin in Didam en LTO-bestuurder in de regio Oost, onder meer voor interactie met de samenleving. „LTO vindt het belangrijk dat er begrip en waardering voor land- en tuinbouw is, daar waar wij iedere dag met passie voor werken. Als het daaraan ontbreekt, doet dat wel pijn.”
„Daarom willen wij de beeldvorming over de sector terug in balans brengen. Dat doen we door verschillende activiteiten te organiseren, zoals BoertBewust. Wij zijn aanjagers, kunnen als LTO in de administratieve mikmak een hoop betekenen. Boeren krijgen zelf de regie.”
Snijvlak
Twee van die boeren zijn Henk van der Horst (47) en Jenny van der Horst-Boer (44). In Zwolle, vlakbij De Lichtmis, hebben ze sinds 2003 een melkveebedrijf. Ze horen dus bij IJsseldelta BoertBewust, maar ze bevinden zich op een snijvlak. Henk: „Je bent hier net de Kop van Overijssel uit, en je kunt van ons wandelend naar de Vecht toe.”
Volgens streekcoördinator Paassen staan extensieve melkveebedrijven zoals dat van Henk en Jenny symbool voor de IJsseldelta. „Maar we hebben ook de enige geitendeelnemer en sinds een tijd ook iemand die kippen heeft. Als je hier door het buitengebied fietst, zie je de dieren in de wei. In Brabant daarentegen heb je meer intensieve varkenshouderij.”
Samen
Het eerste jaar van Henk en Jenny bij IJsseldelta BoertBewust bevalt goed. Ze kwamen ermee in aanraking toen ze besloten dat ze wel wat meer wilden met hun bedrijf. Henk: „Steeds meer mensen zeiden dat het leuk zou zijn als ze eens echt bij ons op bezoek zouden kunnen komen.” Jenny: „Toen kwamen we bij BoertBewust terecht: nu kunnen we samen het boerenleven uitdragen.”
‘Samen’ is een sleutelwoord, beaamt ook bestuurder Hupkes: „Het is voor een individuele boer mooi om bij zo’n club te horen. Die organiseren dan samen projecten zoals ‘Boeren en tuinders pakken uit’. In de winter hadden we daarover Zoomoverleggen met zestig, zeventig boeren. Van zulke samenwerking word ik erg blij.”
Van activiteit naar verhaal
Voor de boeren gaat het er ook om dat ze hun verhaal kunnen vertellen aan de buitenstaander. Volgens Henk en Jenny geven activiteiten zoals hun maïsdoolhof de mogelijkheid om dat te doen (zie video). „Mensen komen hier naartoe om de koeien uit de wei te halen, maar daardoor kun je met ze in gesprek. Dat nemen bezoekers weer mee in hun mening.”
Streekcoördinator Paassen herkent dat: „In media hoor je veel, maar boeren hebben de behoefte om zelf hun problematiek te delen.” Volgens bestuurder Hupkes zijn alle kleine beetjes welkom. „Als je op een verjaardag iemand wat raars hoort roepen, dan kan iemand die bij BoertBewust is langs geweest misschien wat nuance aanbrengen.”
Maar in elk geval geen scheve gezichten, benadrukken Henk en Jenny: „Het is vaak geen onwil, maar onwetendheid.” Hupkes snapt dat wel: „Als je niet geboren bent op de boerderij, hoe weet je dan hoe het eraan toegaat?”
Toekomst
Het betrekkelijk jonge initiatief kijkt met vertrouwen vooruit. Hupkes: „Je ziet dat een bezoek aan de boer verandert van een ‘uitje’ naar iets dat echt informatief is. Via recensies en gastenboeken krijgen we leuke geluiden te horen.”
Streekcoördinator Paassen denkt ook verder: „Een volgende stap is dat we juist de boeren naar de stad brengen. We denken aan ‘van riek tot vork’: aan lange tafels kunnen mensen dan in hartje Zwolle wat gaan eten terwijl de boeren erover vertellen.”
Kooklessen
Ook Jenny en Henk hebben voldoende ideeën, zoals kooklessen. „Maar uiteindelijk kiezen wij ook liever voor klein en kwaliteit,” zegt Jenny. Henk: „De boerderij moet altijd de basis blijven, anders lopen de koeien er ook niet!”
Bovendien is haastige spoed zelden goed, sluit Paassen af: „Het is iets van de lange adem. Je verhaal vertellen gaat niet van vandaag op morgen.”